De gevreesde seriemoordenaar Peter Kurten geeft zichzelf vrijwillig over aan de autoriteiten. Een jonge advocaat, die graag Kurtens geestesziekte wil bewijzen, stemt ermee in een man te verdedigen die Duitsland tussen 1929 en 1931 terroriseerde. Door de zaak te bestuderen en de intelligente, koelbloedige manipulator te ontmoeten, raken de waarden van de jonge idealist vervormd.