De 'jeune premier' van een projectontwikkelaar, Harry Melchior, wordt geconfronteerd met de mogelijke sloop van zijn ouderlijk huis, waarna zijn moeder haar intrek zal moeten nemen in een verzorgingstehuis. De boosdoener blijkt zijn eigen ontwikkelingsmaatschappij te zijn. Dit gegeven brengt een ommekeer in hem teweeg. Een solobezetting van het ouderlijk huis levert hem slechts vier maanden gevangenis op. Na de dood van zijn moeder zint hij op wraak.