Lopaka, een arme Hawaïaanse visser, wordt verliefd op Kokua, een jong meisje van koninklijk bloed. Haar vader weigert hem echter met haar te laten trouwen, tenzij Lopaka hem twee verenmantels van een zeldzame vogel kan brengen. Terwijl hij in de bergen naar de vogel zoekt, ontmoet Lopaka een stervende priester van Pele die hem een wensfles verkoopt waarin Kono, de god van de vulkanen, is opgesloten.