Freek, gekleed in rok met rode strik, begint 'Het damestasje' met het uitgieten van water op het toneel: de symbolische plas waar hij graag met zijn vrouw vertoeft. Het water keert terug in een absurd lied over de schoonheid van het Wad. Het lijkt maar niet te eindigen, totdat hij met een kazoo in zijn mond een zingzeggende dorpsgek speelt. De damestas blijkt groot genoeg om als hoofddeksel te dienen. Freek lijkt de verhalen en grappen zonder rode draad te vertellen. Daarin verwijst het programma naar de bundel Het damestasje met een keuze uit zijn verhalen, columns, en gedichten.